De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat beschreef in haar brief aan de Kamer de problematiek van de sector goed, maar zij trekt ten onrechte de conclusie dat de hoogste nood er wel af is. Sinds Corona is het elke dag slechter geworden voor ondernemers. De BBZ deelt de opvatting van de Staatsecretaris niet en heeft dat in een brief aan de regering en de vaste Kamercommissies van OCW en EZK duidelijk gemaakt.
Toen de steun werd aangevraagd dachten we nog met een verloren seizoen te maken te hebben maar inmiddels weten we dat ook 2021 in het teken van Corona zal staan. Generieke steunmaatregelen helpen maar zijn onvoldoende om de kosten te dekken, dus gaan we achteruit. De rekensom is niet moeilijk.
In de bief aan de Staatssecretaris wordt ook gevraagd naar een verklaring voor het afvallen van de motorchartervaart. De groep is in het najaar nog voorgehouden er wel bij te horen. De BBZ wil naast een uitleg ook weten of er alternatieve regeling voor de motorchartervaart opgetuigd kan worden.
Omdat 2021 een verloren jaar dreigt te worden vragen we om de generieke steunmaatregelen in stand te houden, ook als de samenleving straks weer meer ‘open’ gaat. Een cafe is een uur na opheffing van de beperkende maatregelen weer vol, een schip moet minstens een halfjaar wachten voor het weer een beetje een agenda heeft.
In de brief staan we ook kort stil bij het frustrerende proces. Tientallen voorstellen zijn gedaan, over omschrijving van de groep, over de SBI codes, over de verdeling, over de besteding van geld dat mogelijke overblijft, over mogelijke afvallers van een regeling, maar het blijft steeds totaal onduidelijk wat er met die voorstellen wordt gedaan. Varend erfgoed moet beschermd worden omdat het iets bijzonders is, maar een bijzondere benadering lijkt niet mogelijk te zijn. Het is frustrerend.