Eind juli is er een opvarende van een jacht verdronken op het Buiten-IJ. Dit alles werd veroorzaakt door een slechte samenloop van omstandigheden: er mist een steunzender waardoor er soms ontvangstproblemen ontstaan op kanaal 16 in de hoek Markermeer, IJmeer, Gooimeer en Randmeren, de dichtstbijzijnde reddingsstations van de KNRM kunnen het Buiten-IJ (vaak) niet bereiken binnen de gestelde norm van 30 minuten en de politie bevond zich op het tijdstip van de melding achter de Oranjesluizen aan de IJ-zijde.
De noodoproep van een nabij gelegen schip werd in eerste instantie niet ontvangen door de Kustwacht. De BBZ heeft aan een aantal schippers gevraagd hoe zij dit zouden oplossen en daar bleken de meningen over verdeeld. Ook had niet iedereen meer even helder hoe het nu precies zit met de afstemming van marifoonkanalen. Daarom hier de procedure in het geval van een levensbedreigende situatie per vaarwater op een rijtje:
Op de Noordzee is het verplicht om uit te luisteren op kanaal 16. Wil je op zee contact met een ander schip (geen spoed) dan gebruik je met je tweede marifoon kanaal 6. Op het binnenwater geldt geen uitluisterplicht voor kanaal 16. Standby zijn op het kanaal van het gebied waar je bent is voldoende. De tweede marifoon stem je af op kanaal 10 voor communicatie tussen schepen onderling.